PRODUCTEN
Contact
ATEX Nog altijd roept de Europese Atex-regelgeving veel vragen op. Het betreft hier regelgeving met betrekking tot explosiegevaar, neergelegd in een tweetal Europese Richtlijnen (ATEX 95 en ATEX 137). Een kenmerk van dit soort richtlijnen is dat ze algemeen geformuleerd zijn. Hoe bijvoorbeeld een afzuigunit moet worden beveiligd tegen explosiegevaar valt er niet in te lezen. Voor het interpreteren van richtlijnen op productniveau wordt gewoonlijk gebruik gemaakt van normen, het liefst geharmoniseerde normen. Dit zijn normen met de term EN in de aanduiding. Zo is er voor afzuiginstallaties de geharmoniseerde norm NEN-EN 12779. Deze behandelt echter alleen buiten opgestelde systemen en schenkt geen aandacht aan binnenopstellingen, terwijl daar juist veel onduidelijkheid over bestaat. Die onduidelijkheid ontstaat omdat bij afzuigunits de gewenste explosieveiligheid alleen gerealiseerd kan worden met explosiepanelen en die kunnen buiten wel, maar binnen niet worden toegepast. Deze situatie leidt tot veel verwarring en indianenverhalen.
Wet- en regelgeving
JK Techniek Brouwersplein 25 2013 PG Haarlem T. 023 - 87 95 170 M. 06 - 34 156 612 E. info@jktechniek.nl
Hoewel iedereen in onze markt wel gehoord heeft van Atex, weten echter weinigen wat werken met Atex eigenlijk inhoudt. Daarom is het misschien interessant om dit eens toe te lichten met een praktijksituatie, die we onlangs meemaakten. Het betrof een project, niet in de houtverwerkende industrie (daar zijn we het nog niet tegengekomen), maar in de chemische sector. Bij Henkel Acheson te Scheemda, een fabrikant van speciale smeermiddelen, is door ons een centraal stof- en dampafzuigsysteem geinstalleerd. Onder andere moest door de hele fabriek een zuigleidingnet worden gemonteerd. Omdat bij het produktieproces gebruik wordt gemaakt van (brandbare) oplosmiddelen, is het pand in zijn geheel geclassificeerd als een Atex-zone. Dit stelt de nodige beperkingen aan de manier van werken.
Voor kleine, binnen opgestelde afzuigunits voor houtbewerking bestaan er dus geen Europese normen. We kunnen alleen terugvallen op een Duitse DIN-norm, de DIN 8416, die specifiek voor deze categorie afzuigapparatuur is opgesteld. Waar het aankomt op brand- en explosieveiligheid, is het ontwerp van de betreffende MD-units (MD-60 tot en met MD-280) geheel in overeenstemming gebracht met deze norm. De DIN 8416 stelt als voornaamste eisen: 1. Voor afzuigers met een inlaatdiameter van 200 mm of kleiner (MD-60 en MD-90): - De behuizing moet van onbrandbaar materiaal zijn (plaatstaal) - De ventilator moet na het filter zijn geplaatst, dus werkend op onderdruk 2. Voor afzuigers met een inlaat groter dan 200 mm en maximaal 300 mm    (MD-150 en MD 280): - De behuizing moet van onbrandbaar materiaal zijn (plaatstaal) - De ventilator moet na het filter zijn geplaatst, dus werkend op onderdruk - Er moet een blusvoorziening zijn ingebouwd - De constructie moet drukstootvast zijn tot 200 mbar Concluderend: zolang er nog geen goede Europese normen voor binnen geplaatste afzuigers zijn – en daar is nog geen uitzicht op – is de DIN 8416 het enige richtsnoer en zal de onduidelijkheid, zeker in niet-Duitssprekende landen, nog aanhouden.